|
||||||||
All’inizio è idea che ti gira intorno, ti avvolge, rende l’aria densa, tu la respiri e la soffi attraverso questo tubo che è la tromba e sorprendentemente diventa musica, daarmee vangt de tekst van het cd boekje aan, voor diegenen die net zoals ik het Italiaans niet machtig zijn : “In het begin is het een idee dat om je heen gaat, je ontwikkelt, de lucht dicht maakt, je ademt het in en je blaast het door deze buis die de trompet is en verrassend genoeg wordt het muziek“. Aldus Giancarlo Romani, een Italiaanse trompettist die met “Naïf” zijn eerste album maakte. Hij speelde met diverse groepen en 3 jaar geleden besloot hij om alle ervaringen die hij meemaakte, de emoties, de verschillende jazzstijlen samen te vatten in een nieuwe muzikale basis en dat heeft geleid tot dit in mijn oren zeer geslaagde album. Het album bevat 9 originele composities van Romani die ieder voor zich een andere muzikale wereld vertegenwoordigen met een eigen sfeer en lading. De groep bestaat uit Giancarlo op trompet, Gianluca Massetti op piano en Fender Rhodes, Giuseppe Salvaggio op el. Bas, Jacopo op contrabas en Giampaolo Scatozza op slagwerk. Op diverse nummers zijn er ook gasten te horen zoals Francesco De Gregory op mondharmonica, Francesco Bearzatti op tenorsax en klarinet, Simone Pulvano op darbuka en riq, Nuna Shoesmith zang, Pierfrancesco Cacace op sopraan en tenorsax en Amos Vigna op tenorsax. Het openingsnummer heeft een vriendelijke uitstraling met vloeiende trompetklanken over een strak ritme met halverwege een fraai intermezzo van Massetti waarna het tempo en de stijl veranderen en komt alles in rustiger vaarwater met gevoelvolle uithalen op de gestopte trompet. Voorwaar een ideaal begin van het album. Een bijna serene sfeer hangt er in “Cinque Minuti in Oslo” met daarin een brommende gestreken bas, gedragen trompetspel en een twinkellerende piano, heel fraai. “Aya Sofia” schreef Romani toen hij in een jeugdherberg verbleef vlakbij de Hagia Sophia moskee in Istanbul en hij zich ondergedompeld voelde in de geluiden en geuren van de stad. De Oosterse sfeer is goed te horen in het nummer met ijl trompetgeluid dat overal bovenuit stijgt. En een spannende passage met vervormd geluid uit de Rhodes en een langzaam aanzettend ritme, spannend. Zo rijgt zich het ene na het andere fraaie nummer aaneen op dit uitermate geslaagde debuut album. In “Elegia (per un uomo ordinario)” is voor het eerst de tenorsax te horen hetgeen zorgt voor een heel ander geluid, het samenspel tussen sax en trompet is superieur. In “Una Nuova intimità (in Miles we trust) is er een hoofdrol weggelegd voor de trompet van Romani die hier een ode brengt aan Miles met een duidelijke verwijzing naar diens “Jean Pierre” uit het album We want Miles dat gebaseerd is op het Franse slaapliedje “Do do l’enfant do”. “Drunk Joyful Blues“ is inderdaad een lekker vet aangezette blues met vocalise van Shoesmith en helaas nogal vals harmonicaspel van De Gregory maar de sax solo van Cacace vergoed veel zo niet alles. Met “Buonanotte” nemen we gepast afscheid van dit mooie album. Nog één kanttekening met verwijzing naar het begin van deze recensie, alle tekst in het cd boekje is in het Italiaans, dat lijkt me niet handig als je de cd ook buiten Italië aan de man wil brengen. Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||